In 1998 bezocht ik – op advies van derden – een couturier te Rotterdam*. We bespraken de mogelijkheden, ieder vanuit zijn/haar vakgebied. We zouden een haute couturelijn op gaan zetten. Aan ideeën geen gebrek, daar mankeerde het niet aan. We werden “compagnons” en wilde gaan voor een museale haute couturelijn, onwijs leuk plan. Om zo’n plan ten uitvoer te brengen en te bekostigen wilde we subsidie aanvragen, toen dat niet van de grond kwam moesten we zelf investeren. Deze lijn zou in zijn show mee genomen worden.

Het werden in totaal 12 kledingstukken en die zagen er goed en origineel uit. Op speciale manier werd bijvoorbeeld in de schering en de inslag extra draden meegeweven, zodat de stoffen grotendeels daarna in de vorm konden worden aangetrokken van het lijfje (zie avond- en cocktailjurkje), heel exclusief dus.

We zijn er inderdaad mee in Parijs op een catwalk geweest. Enkele kledingstukken ziet u hier op onderstaande foto’s. Onze samenwerking is na de show te Parijs vrij snel beëindigd, daar ik weer voor mezelf ging werken, want waden en wandkleden zijn meer mijn “ding” dan alleen “maar” exclusieve stoffen weven, tja het kan gebeuren…

Enkele haute couture stukken, uit een samenwerking met modeontwerper Peter George d’Angelino Tap, die deel uitmaakte van de Haute Couture collectie l’Oeuvre noir, winter 2000-2001, geshowd te Parijs.

Fotografie: Niek Verschoor